-
1 zijn hoop op iemand vestigen
zijn hoop op iemand vestigenmettre son espoir en qn. -
2 zijn hoop op iemand, iets vestigen
zijn hoop op iemand, iets vestigenmettre son espoir en qn., dans qc.; espérer en qn., en qc.Deens-Russisch woordenboek > zijn hoop op iemand, iets vestigen
-
3 zijn hoop op God vestigen
zijn hoop op God vestigenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zijn hoop op God vestigen
-
4 zijn hoop op iemand/iets vestigen
zijn hoop op iemand/iets vestigenpin one's hopes on/place one's hope in someone/somethingVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zijn hoop op iemand/iets vestigen
-
5 zijn hoop op iem. vestigen
seine Hoffnung auf jdn. setzenNiederländisch-Deutsch Wörterbuch > zijn hoop op iem. vestigen
-
6 hoop
♦voorbeelden:er is van de week een hoop water gevallen • il est tombé beaucoup d'eau cette semaineik heb nog een hoop te doen • j'ai encore un tas de choses à faireik heb een hoop gegeten • j'ai beaucoup mangézijn spullen op een hoop gooien • poser ses affaires en vracop een hoop staan • être entassé(s)zich vleien met ijdele hoop • se bercer d'illusionszijn laatste hoop stellen in iemand, iets • fonder ses dernières espérances sur qn., qc.valse hoop wekken • éveiller de faux espoirsiemands hoop de grond in boren • ruiner les espoirs de qn.ik heb hoop dat het lukken zal • j'espère que cela réussiragoede hoop hebben • avoir bon espoirzijn hoop is in rook vervlogen • son espoir s'est envoléal onze hoop is op hem gevestigd • il est notre unique espoirhoop koesteren • nourrir des espéranceshoop krijgen • prendre espoiralle hoop laten varen • abandonner tout espoirde hoop uitspreken, dat … • émettre l'espoir que … 〈+ aantonende wijs〉; émettre l'espoir de … 〈+ onbepaalde wijs〉zijn hoop op iemand, iets vestigen • mettre son espoir en qn., dans qc.; espérer en qn., en qc.de hoop op iets • l'espoir de qc.op hoop van zegen • à la grâce de Dieu→ link=leven leven¹ -
7 vestigen
1 [+ op][richten] fixer (sur)2 [stichten] fonder3 [neerzetten; ingang doen vinden] établir♦voorbeelden:zijn hoop op iemand vestigen • mettre son espoir en qn.de gevestigde opinie • l'opinion établiezich ergens vestigen • s'établir qp.de maatschappij is in A. gevestigd • la société a son siège à A.zich als arts vestigen • s'installer comme médecin→ link=orde orde -
8 hoop
I 〈 de (mannelijk)〉2 [(met betrekking tot zaken) grote hoeveelheid] great/good deal ⇒ lot3 [geordende stapel] pile♦voorbeelden:1 een hoop stenen/zand • a heap/pile of stones/sandop een hoop(je) vegen • sweep (together) into a heap/pileop een hoop leggen • pile/stack upje kunt niet alles/iedereen op één hoop gooien • 〈 figuurlijk〉 you can't lump everything/everyone together2 een hoop/hopen brieven • a pile/piles of letterseen hoop gelul • a load of bull(shit)een hoop leugens • a pack of lieser is van de week een hoop water gevallen • it has rained a lot this weekhet gaat hier niet van de grote hoop • money doesn't grow on trees, you know!ik heb nog een hoop te doen • I've still got a lot/lots/tons to dodat kost een hoop (geld) • that'll cost a packet¶ op een hoop staan • be crowded/huddled togetherte hoop lopen • gather/flock togetherII 〈de〉1 [verwachting] hope♦voorbeelden:goede hoop hebben • have high hopes, be hopefulnog/geen/goede hoop hebben (op iets) • still have hopes/have no hope/have every hope (of something)hij had een/de stille hoop dat … • he silently/secretly hoped that …valse hoop wekken • raise false hopeshoop geven • give/offer hopeweer hoop geven • restore one's hopeszolang er leven is, is er hoop • while there's life there's hopeal onze hoop is op u gevestigd • we place all our hope in youhoop koesteren • entertain/cherish a hopeweer/nieuwe hoop krijgen • regain hopede/alle hoop laten varen • abandon (all) hopede hoop opgeven/verliezen dat … • give up/lose hope that …hoop opvatten • take couragede hoop uitspreken, dat … • express the hope that …zijn hoop op iemand/iets vestigen • pin one's hopes on/place one's hope in someone/somethingin de hoop dat … • in the hope/in hopes that …in de hoop dat ik u spoedig weerzie • in the hope of seeing/hoping to see you soonop hoop van zegen • in (good) hope, … and hope/hoping for the bestniet veel hoop hebben op een geslaagde afloop • have little hope/not be very hopeful of successweinig hoop op verandering geven • bring little promise/hold out little hope of changetussen hoop en vrees leven • be poised between hope and fearer is geen hoop meer • there is no longer any hope, it's hopelessgeen/weinig/alle hoop geven dat • hold out no/little/every hope thatde hoop de bodem inslaan/in rook doen vervliegen • dash/shatter one's hopes -
9 vestigen
основать; учредить; открыть; создать; установить, (по)ставить; устремить взгляд на; остановить взгляд на; разместиться; обосноваться* * *(d)1) основывать, учреждать2) устремлятьzijn hoop op iem., iets véstigen — возлагать надежду на кого-л., что-л.
de áandacht véstigen — обращать внимание (ор — на)
zich véstigen — обосноваться, поселиться
* * *гл.общ. основывать, возлагать (надежду и т.п.), учреждать -
10 hope
n. hoop, hoopvolle verwachting--------v. hopenhope1[ hoop] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:lay/set/pin/put one's hopes on • zijn hoop vestigen oplive in hope(s) • (blijven) hopenraise someone's hope(s) • iemand moed inspreken/nieuwe moed gevennot a hope! • weinig kans!beyond/past hope • hopeloosin the hope of/ to have hopes of doing something • in de hoop iets te kunnen doen————————hope2〈 werkwoord〉♦voorbeelden: -
11 build
n. vorm, lichaamsbouw--------v. bouwen; opzettenbuild1[ bild] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 (lichaams)bouw ⇒ gestalte, vorm♦voorbeelden:————————build21 bouwen2 (in kracht) toenemen ⇒ aanwakkeren, verhevigen, groeien, aanzwellen♦voorbeelden:→ build up build up/, build upon build upon/II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 (op)bouwen ⇒ maken, construeren2 vormen ⇒ ontwikkelen, ontplooien♦voorbeelden:1 build a fire • een vuur maken/stokenbuild a railway • een spoorlijn aanleggenbuild a house (out) of brick • een huis uit baksteen optrekken5 a clause that was not built into my contract • een clausule die niet in mijn contract was opgenomenthis cupboard is built into the wall • deze kast is in de muur ingebouwdbuild on • aanbouwen, bijbouwenthis part was built on in 1982 • dit gedeelte is in 1982 aangebouwdbuild round • inbouwen -
12 build one's hopes on
build one's hopes on -
13 lay/set/pin/put one's hopes on
lay/set/pin/put one's hopes on -
14 fonder
fonder [fõdee]1 stichten ⇒ oprichten, instellen♦voorbeelden:fonder ses espoirs sur • al zijn hoop vestigen opv1) stichten, oprichten2) baseren (op) -
15 fonder ses espoirs sur
fonder ses espoirs sur -
16 Hoffnung
Hoffnung〈v.; Hoffnung, Hoffnungen〉♦voorbeelden:leere Hoffnung • ijdele hoopeine leise Hoffnung • een sprankje hoopseine Hoffnungen begraben • alle hoop opgevenjemandem Hoffnungen machen • bij iemand verwachtingen wekkendie Hoffnung nähren • de hoop koesterenseine Hoffnung auf jemanden setzen • zijn hoop op iemand vestigen〈 formeel〉 in die Hoffnung kommen • zwanger worden, in verwachting raken -
17 espérer
espérer [espeeree]1 hopen ⇒ zijn hoop, zijn vertrouwen vestigen (op)II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 hopen ⇒ verwachten, rekenen op♦voorbeelden:v -
18 God
1 [de Schepper] God♦voorbeelden:God de Heer • the Lord Godhet lam Gods • the Lamb (of God)in Gods naam! • for God's/goodness' sake!〈 figuurlijk〉 Gods water over Gods akker laten lopen • let things take/run their (natural) coursehij mag God wel (op zijn blote knietjes) danken • he can thank his lucky starszo (waarlijk) helpe mij God (almachtig) • so help me Godin God geloven • believe in GodGod mag weten waar hij is • God (alone) knows where he iszijn hoop op God vestigen • place one's hope in GodGod sta me bij • God help meGod weet hoe ze daar terecht zijn gekomen! • God/the Lord knows how they got there!als God het wil • God willingik zou het bij God niet weten • for the life of me, I don't knowvan God en iedereen verlaten • godforsakenieder voor zich en God voor ons allen • every man for himself and the devil take the hindmostleven als God in Frankrijk • live the life of RileyGod betere het! • God help us!; oh God (no)!God zij met ons • God be with usGode zij dank • thank God/heavensGod allemachtig!, God nog an toe! • Christ (almighty)! -
19 placer
placer [plaasee]1 plaatsen ⇒ leggen, zetten, situeren2 plaatsen ⇒ een plaats geven, naar zijn plaats brengen5 verkopen ⇒ afzetten, verhandelen♦voorbeelden:placer ses espérances en qn. • zijn hoop op iemand vestigenje place cet auteur parmi les plus grands • ik reken deze schrijver tot de allergrootsten♦voorbeelden:se placer parmi les premiers • bij de eersten horen1. v1) plaatsen4) verkopen, afzetten2. se placerv1) plaats nemen4) werk vinden -
20 placer ses espérances en qn.
placer ses espérances en qn.Dictionnaire français-néerlandais > placer ses espérances en qn.
- 1
- 2